Preek van de week, zondag 10 juli

Voorganger: Ds. B. Luiten, De groei van het Woord van God

De tekst van vandaag:   Handelingen 12 : 1 – 24

Dit verhaal hoort bij de apostelen en de verspreiding van het evangelie door de jaren heen. God is in staat om dit te doen. God bouwt aan Zijn kerk.

Herodes is van plan om Petrus te vermoorden. Maar dan stuurt God een engel, die Petrus op wonderlijke wijze bevrijdt. Het is een voorbeeld dat laat zien, dat voor God niets onmogelijk is.

Vervolgens staat in de tekst dat de bevolking afhankelijk is van Herodes voor de voedselvoorziening. Ze zien hem als een god. Hij weet dat en verschijnt vol bravoure in vol ornaat, maar hij wordt geveld door een engel en hij sterft.

Jezus zegt: Ik ben de weg de waarheid en het leven. De waarheid tegenover de leugen, maar ook tegenover de schijn. De twee situaties uit de tekst lopen uit op de slotzin van wat we hebben gelezen: “Het woord verspreidde zich en vond steeds meer gehoor”. In de vertaling van de NBV 1951 staat: ”Gods woord groeide en vermeerderde zich”. Vergelijk het met een plant die groeit uit zaad. Het leven zit in het zaad, niet in de bodem waar het in valt. Het zaad schiet wortel en groeit. Het heeft een ongekende kracht in zichzelf. Het Woord wordt niet verbreid, het verbreidt zichzelf omdat Jezus Christus zich in dat Woord gaf en geeft. Het bereikt mensen en voegt mensen toe aan de kerk.

Het woord wortelt in je, draagt je en geeft je diepe vreugde.

Het Woord groeit op twee manieren. In aantal en in intensiteit/diepgang. Mensen die er voor het eerst kennis mee maken, worden eerst geraakt, en vervolgens gebouwd.

Satan wil dit tegengaan door heel veel andere geluiden te produceren, die ons afleiden van het echte Woord. Door onkruid te zaaien tussen het zaad van het Woord van God.

Pak je rust in het leven om na te denken over het Woord van God. Het is de bron van ons leven. Lees je bijbel, bidt elke dag, dat je groeien mag.

Kijk in het archief kerkdiensten om de hele kerkdienst te kijken en te beluisteren.

Tekst van de dag

Wie geduldig is, geeft blijk van groot inzicht, wie onbesuisd is, stapelt dwaasheid op dwaasheid.