Preek van de week, zondag 15 september

Voorganger: Ds. J. Maasland God schiep het licht tot driemaal toe
De tekst van vandaag: Genesis 1 : 1 – 5 en 2 Korintiërs 4 : 1 – 15


God schiep het licht. Het kwam er bij de schepping op zijn Woord. De tweede keer bracht Jezus
Christus het licht in ons hart. Maar wat was het licht op de eerste dag als de zon, de maan en de
sterren pas op de vierde dag kwamen?
Israël belijdt in de eerste hoofdstukken van de bijbel het geloof in God de schepper tegen de
achtergrond van de slavernij in Egypte.
Tegenover de onderdrukking in dienst van Ra, de god van de zon zegt Israël: “Onze God schiep het
licht”. Israël zegt eigenlijk: ”Ons leven, ons heil, onze verwachting en onze hoop liggen in deze God
die het licht tevoorschijn riep voordat zon en maan en sterren verschenen.
Paulus schrijft: Kijk naar het begin, waar Hij alles schiep en het licht in de wereld bracht. In Jezus
Christus heeft Hij dat nog een keer gedaan doordat Hij mens is geworden zoals wij. Hij legde alles af
om ons te redden.
God wil, dat het weer licht is. Dat we in de duisternis van deze wereld met hoop en verwachting
staande kunnen blijven.
Paulus wilde in duidelijke taal met de gemeente terugkeren tot de bron van het leven.
Dan kan het niet anders of je komt uit bij de God , die gesproken heeft: “Uit de duisternis zal licht
schijnen”. God wil het leven, wil Zijn plan verwerkelijken en dat heeft Hij onderstreept door Zijn Zoon
in de wereld te zenden.
Het gelaat van Christus toont niet de keizer op zijn troon, niet de zonnegod die zich laat aanbidden,
maar de “man van smarten”.
Wij danken ons leven en de hoop en verwachting aan deze God die licht brengt. Zijn woord is een
woord met macht. Als Hij wil , gaat het licht schijnen in ons hart. Dan zien wij Jezus Christus zoals Hij
is. Dan zien wij Gods reddende kracht. Dat geeft ons moed en daarmee kunnen wij het leven aan.

Kijk in het archief kerkdiensten om de hele kerkdienst te kijken en te beluisteren.

Tekst van de dag

Wie geduldig is, geeft blijk van groot inzicht, wie onbesuisd is, stapelt dwaasheid op dwaasheid.